(On)gelukkig zijn…? een docent in gesprek met schoolleiders BB

Waardegericht-Leiderschap-Penta-Nova

‘Het omarmen van het ongelukkige om het waardig en moedig mee te kunnen nemen op de tocht, lijkt mij de juiste houding’ (De Wachter, 2019).

Nederlanders zijn gelukkig. Maar liefst 90% van de bevolking zegt het te zijn, aldus het CBS. In zijn boek ‘De kunst van het ongelukkig zijn’ komt psychiater Dirk de Wachter echter tegelijkertijd tot de constatering dat hij en zijn collega’s te veel werk hebben. En… wachtlijsten voor psychische hulp worden anno 2020 steeds langer.

Met een aantal studenten van de schoolleidersopleiding spreek ik, op wat later blijkt de laatste reguliere lesdag voor de corona-uitbraak te zijn, over de soms eenzame positie van schoolleiders, over (momenten van) ongelukkig zijn in je werk en over het schrijven van De Wachter daarover. Een studente die het betreffende boek niet kent geeft aan dat de titel daarvan bij haar de gedachte oproept niet gelukkig te mógen zijn. 

De Wachter houdt echter geen pleidooi voor het lijden. Wél voor verbinding met anderen. En gek genoeg ontstaat die verbinding soms beter bij verdriet en tegenslag.

‘Als gelukkig zijn hét doel is in het leven, is ongeluk een hinderlijk en ongewenst obstakel. Als het op ons pad komt, willen we het verdriet wegmoffelen, wegdenken zelfs: het hoort er niet te zijn. Het probleem hiervan is dat iedereen alleen blijft met zijn probleem. We delen te weinig. Alleen bij de hulpverlener, tegen betaling. Je bent echter niet (per definitie) ziek als je ongelukkig bent. Ongelukkig zijn maakt deel uit van het leven en ermee leren omgaan is wezenlijk.’

Voor dat ‘leren omgaan met’ en het ‘omarmen van’ geeft De Wachter een aantal handreikingen, waaronder het vroeg beginnen met leren praten met elkaar. Ongelukkigheid heeft taal en woorden nodig. Erover praten geeft betekenis. Maar... ‘terwijl we zo vaak honderduit praten, weten we bij verdriet niet wat te zeggen.’

Bij dit ‘erover leren praten’ zou het onderwijs misschien een rol kunnen spelen, stelt één van de studenten. Dat is wat De Wachter ook aangeeft. Enerzijds kan de leraar helpen in het leren woorden geven. Met (jonge) kinderen kun je op school goed spreken over tere onderwerpen, zodat deze al vroeg bespreekbaar worden. Anderzijds kan een schoolleider op zijn beurt dergelijke gesprekken met of tussen teamleden ‘faciliteren’. Hij of zij kan aanwezig zijn, luisteren, begrip tonen.. Kortom: de verbinding aangaan en van daaruit misschien zelfs iets van zin geven.

De kunst van het leven is dus, volgens De Wachter, accepteren dat lastigheden en tekorten bij het leven horen en deze delen met anderen. Met mensen die nabij zijn. Ook op de werkvloer. ‘Als de ander er dán is, kunnen verdriet en ongeluk toch waardevol zijn. Omdat ze aanleiding geven tot nabijheid.’

Laat het nou juist die nabijheid van anderen zijn die ook vaak wordt aangehaald als belangrijke factor in het je goed voelen. En dus, zo concluderen we aan het eind van onze gedachtewisseling… worden we door het leren hanteren van het niet-gelukkig zijn, uiteindelijk juist tóch gelukkig…

Marco Bulthuis,
kerndocent OSL BB in Zwolle