Column: Vriendelijk maar beslist
Het lectoraat van Penta Nova houdt zich sinds 2018 bezig met het thema ‘waardengericht leiderschap’. Als lid van dat lectoraat deed ik onlangs onderzoek naar waardengericht werken op scholen. Uit dit onderzoek onder (aspirant-) schoolleiders blijkt onder meer dat waarden als ‘veiligheid’, ‘verbinding’ en ‘vriendelijkheid’ hoog scoren. Veel van hen typeren hun schoolcultuur als familiair: harmonie en goede relaties zijn belangrijk. Opvallend genoeg scoren waarden als ‘deskundigheid’, ‘ontwikkelingsgericht’ en ‘beslistheid’ lager. Het riep bij mij de vraag op of dat accent op relatiegerichte waarden typisch Nederlands is.
Er is in Nederland een tijd geweest dat een leraar die orde kon houden, die een notitie had geschreven over het een of ander en last but not least man was, een betrekkelijk grote kans had om directeur of rector van zijn school te worden. Dat heeft een hele generatie van schooldirecteuren opgeleverd die heel gemakkelijk te herkennen waren, alsof ze allemaal afkomstig waren uit een en dezelfde mal: kalende, brildragende mannen met een lichte neiging tot corpulentie. Nu pas ik zelf ook perfect in dat profiel en ik ben derhalve jarenlang schoolleider geweest.
Ik bedoel niet per se mezelf, maar er kunnen natuurlijk onder deze types voortreffelijke leidinggevenden geweest zijn. Een buitenkant zegt weinig. Maar één kenmerk heb ik nog niet genoemd en juist dat kenmerk roept vragen op. Je kon tot directeur of rector benoemd worden, het pluche beklimmen, daar in slaap dommelen en pas tegen de pensioengerechtigde leeftijd weer wakker gemaakt worden, omdat je verwacht werd op je afscheidsreceptie. Met andere woorden, tientallen jaren had je de dienst uitgemaakt zonder ook maar één vakblad open te slaan, een bijspijkercursus te volgen of je te oriënteren op nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen. Benoemd was benoemd. Gelukkig dat het schoolleidersregister in het primair onderwijs stimuleert om verder te leren. Hopelijk dat er ook in het voortgezet onderwijs meer prikkels komen om blijvend te professionaliseren als schoolleider.
Ik kom met een zekere regelmaat in Hongarije. Daar werkt het anders. Een benoeming tot schoolleider of een andere functie in het publieke domein heeft daar namelijk maar een geldigheidsduur van vijf jaar. Daarna volgt een nieuwe procedure en wanneer je kunt aantonen dat je goede resultaten behaald hebt en dat je gedurende de eerste benoemingstermijn scholing gevolgd hebt, alleen dan kun je (eventueel) herbenoemd worden. Er is dus een wettelijke prikkel om verder te leren na het behalen van het diploma. Nu geldt deze verplichting in Hongarije voor leidinggevenden. Het is echter zozeer een onderdeel van het systeem geworden dat ook leraren het de normaalste zaak van de wereld vinden om zich na of bij te scholen. Verder leren is in Hongarije een vanzelfsprekendheid. Dit wordt bevestigd door mijn gesprekken met Hongaarse schoolleiders over waardengericht leiderschap: een waarde als ‘deskundigheid’ om je managementtaken goed uit te kunnen voeren scoort hoog. Ook begrippen als ‘gezaghebbend’ en ‘beslistheid’ worden vaak genoemd. En misschien is dat ook niet verbazend in een overwegend hiërarchische cultuur. Je zou het verschil kunnen uitdrukken in het onderscheid dat Robert Blake en Jane Mouton in hun Managerial Grid Model (1964) maken: relatiegericht naast taakgericht. Zoals gezegd, mijn onderzoek geeft aanleiding om te denken dat Nederlandse schoolleiders meer relatiegericht en Hongaarse meer taakgericht zijn. Medewerkers worden in Hongarije namelijk in de eerste plaats met enige beslistheid en zakelijkheid aangesproken op hun resultaten. Nu is het ene niet beter dan het andere. Mensgerichte waarden zijn niet beter of slechter dan resultaatgerichte waarden. Ik denk wel dat de Nederlandse en Hongaarse leiders van elkaar kunnen leren, want dat zou een in mijn ogen gouden leiderschapscombinatie opleveren, namelijk vriendelijk maar beslist.
Kees van der Vloed
Kees van der Vloed is onderwijsadviseur en (team)coach bij Driestar educatief. Bij Penta Nova is hij werkzaam als onderzoeker bij het lectoraat ‘Waardengericht leiderschap’ en als opleidingsleider en kerndocent van de opleiding Middenmanagement.