André Guijs: "Kleine scholen hebben steun vanuit het bestuur nodig om inclusiever onderwijs te bieden"

André Guijs

André Guijs is werkzaam als themadocent en leerkringbegeleider binnen Penta Nova. Daarnaast is hij actief als adviseur voor Het Onderwijsbureau. Voor het vakblad Basisschoolmanagement schreef hij het artikel 'De grote kansen van een kleine school'. Hierin gaat hij dieper in op de rol die kleine scholen kunnen spelen in de transitie naar inclusiever onderwijs.

Pas was een kind uit groep 5 van een andere school overgekomen naar basisschool De Appelgaard. Hij viel op door zijn negatieve gedrag. Hij eiste zijn plek op in de groep en praatte door anderen heen. Zijn dominante gedrag hield aan tijdens het voetballen in de pauze. En toen gebeurde het! Een van de jongens uit groep 8 liep naar hem toe en zei op een vriendelijke en uitleggende manier: ‘Luister jij bent nieuw hier. Maar zo als jij doet, doen wij hier niet. Dus doe maar gewoon.’

En het werkte: het negatieve gedrag doofde uit. Veel vaker maakte ik mee dat kinderen met een negatieve stempel afkomstig van andere grote scholen direct of na korte tijd op De Appelgaard ander gedrag vertoonden. Allemaal? Nee, niet allemaal. Sommige kinderen redden het niet en worden uiteindelijk doorverwezen naar het speciaal onderwijs.

Duur en kwetsbaar

Maar er is ook een andere kant aan het verhaal. Kleine scholen zijn namelijk veel duurder dan grote scholen en hoe kleiner de school des te groter het verschil. Het effect van schaalgrootte op de kosten is het sterkst tot een grootte van ongeveer 150 leerlingen. De personele kosten worden grotendeels gecompenseerd door de kleine scholentoeslag. De schaalgrootte maakt kleine scholen ook kwetsbaar. Een zwakke leerkracht heeft bijvoorbeeld al snel een grote invloed op de onderwijskwaliteit. De werkdruk wordt ook als hoog ervaren. Op kleine scholen moet dezelfde hoeveelheid werk immers door een kleiner team worden gedaan.

Inclusief onderwijs haalbaar

Kleine scholen zouden bij uitstek plaatsen kunnen zijn die (meer) inclusief onderwijs kunnen bieden. Aan een aantal basisvoorwaarden voldoen ze namelijk al; de groepen zijn klein en de leerkrachten zijn gewend om te gaan met groepen met grote niveauverschillen. Kleine scholen zijn bovendien vaak ruim behuisd waardoor er meer mogelijkheden zijn in het gebouw voor begeleiding en hebben buiten ook meestal alle ruimte.

Voorwaardencheck

Het vraagt veel van de deskundigheid van de medewerkers om met grote niveauverschillen in een combinatiegroep te kunnen omgaan. Om aan de voorwaarden voor inclusief onderwijs te kunnen voldoen, hebben kleine scholen ondersteuning vanuit bestuursniveau nodig. Bijvoorbeeld bij het selecteren van leerkrachten die in staat zijn echt goed met combinatiegroepen te kunnen werken.

Een andere belangrijke voorwaarde is een schoolleider die in staat is om in een bijzondere habitat zoals de kleine buurtschool resultaatgericht en onderzoeksmatig te werken. Ook een intern begeleider met veel expertise is van groot belang. En het verlangen, of gevoel van urgentie, om een inclusieve school te willen worden.

 

Lees het hele artikel in Basisschoolmanagement